vrijdag 24 februari 2012

Sevilla Marathon 2012: 3:00:20 (reële tijd), 3:00:25 officieel

Na een week met kopzorgen rond de linkervoetpijn (opgedaan bij het noodgedwongen op de loopband trainen gedurende de 2 weken vrieskou & sneeuw), was het op zondag 19 februari dan eindelijk zover. 1 week niets gedaan om mijn voet zoveel mogelijk rust te geven, dat was de laatste rechte lijn richting Marathon waarin je normaal hoort te ontspannen en toeleven naar de grote dag. Nu, Sevilla doorkruisen met Delphine zorgde wel voor de nodige afleiding, maar toch...

We hadden geluk met het weer: onze eerste dagen daalde het kwik tot rond het vriespunt 's nacht, maar de dag van de marathon bleef het een frisse maar aangename 6 à 7 graden. Overdag werd rond de 22 graden voorspeld.
Meer dan een vuilniszak aan de start was er dus niet nodig!




Aan de start, met ingetapete voet en een Nurofen net binnen had ik er toch vertrouwen in dat ik op zijn minst ging uitlopen.

Ik stond op de tiende startrij toen om enkele seconden na half tien het startschot weerklonk. Zoals beschreven op marathonguide.com werd er onmiddellijk na de start hard geduwd, maar dat hield snel op eenmaal we goed en wel in beweging waren. De start is eigenlijk het enige puntje aan deze marathon dat eventueel voor verbetering vatbaar is, want na de eerste tweehonderd meter op de piste van het olympisch stadion moesten we allemaal door een smalle tunnel. Eénmaal uit die tunnel volgen grote lanen en is voorbijsteken geen enkel probleem meer.

Het plan was simpel: starten aan 4:00 per kilometer, en dat zo lang mogelijk volhouden. Dat plan hielp ikzelf al om zeep in de eerste 2 kilometer. In de eerste kilometer bij het hectische opschuiven dacht ik al achter te liggen op schema (bleek perfect op 4:00 te zitten achteraf), en in de tweede liet het competitiebeest in mij zich véél te veel opjutten door het groepje waar ik in beland was (3:38, snelste kilometer). De eerste kilometers vlogen voorbij, telkens érg netjes onder de 4:00. Het ging vlot, ik voelde me ijzersterk, mijn voet voelde ik maar een héél klein beetje, en ik kon me niet voorstellen dat ik erg zou verzwakken.

Tien kilometer later: nog steeds geen enkel probleem! Knallen maar! De kilometers gaan snel, en ik realiseer me dat ik al over een kwart wedstrijd zit. Ik heb niet het gevoel waar Cyriel van sprak ("vingers in de neus"), maar het gaat vlot, érg vlot...

Ineens hoor ik de supporters langs de kant van de weg wat opgewonden geraken. Ik herken enkele klanken: "La primera chica", "primera y unica",...Ik kijk links achter me, en daar komt ze inderdaad langzaam aansluiten, de eerste vrouw. Ik wist dat haar eindtijd op basis van de vorige edities een héél stuk onder de 2:50 ging liggen, en realiseerde me dat ik véél te enthousiast gestart was. Dit was aan kilometer 18 à 19, en ik voelde dat ik het groepje langzaamaan moest laten gaan... Als ik eerlijk ben met mezelf was ik aan het halve marathonpunt al blij dat ik kon beginnen aftellen vanaf dan (halve marathon doorkomst op 1:22:51). Ik kreeg het zwaar, maar kon een tempo van rond de 4 minuten toch nog handhaven.

De kilometers begonnen trager vooruit te gaan, en ik werd meer en meer voorbijgestoken. Aan kilometer 25 was het al verstand op nul en tempo proberen houden.... Kilometer 30 markeerde het dieptepunt. Een noodgedwongen plasstop, en éven op mijn positieven komen. Eens deftig drinken, appelsienschijven binnenspelen, aanmoedigingen in ontvangst nemen, eens goed roepen en verder! Een muur kwam ik niet tegen, maar ik verzwakte nu wel érg veel. Gelukkig kon ik door de jarenlange ervaring als duursporter het verval stoppen toen ik rond de 4:50 aanbeland was. Ik had nog 7,2 kilometer te gaan, en had nog 35 minuten om binnen te komen voor de klok in het stadion 3:00 zou aangeven. Ik wist toen al dat ik de 3uur drempel op enkele seconden na ging missen.

Zo geschiedde inderdaad. In de laatste 4 kilometer moedigde ik nog een Engelse loper aan om mij gewoon te volgen, nadat hij me enkele keren voorbijliep en daarna stapte waardoor ik hem weer passeerde. Hij luisterde naar mijn raad, maar moest op 2 kilometer van het einde toch afhaken om uiteindelijk een halve minuut na mij te finishen.

In de laatste kilometer stonden Ine en Thomas me op te wachten...






...maar wat ik allang wist werd in het stadion bevestigd: 20 seconden te traag om onder de 3uur te duiken.



Uiteindelijk verdikt: officiële tijd van 3:00:25, reëel 3:00:20, 392e van de 4352 finishers (meer dan 5200 ingeschrevenen).

Toch kan ik niet ontgoocheld zijn. Ik heb gegokt, en verloren. Véél te snel gestart (als ik zo eens naar de uitslag kijk zie ik mijn halve marathontijd maar terug opduiken ruim in de top 200), en als ik de lopers rondom mij op een foto na 8 kilometer op basis van rugnummers bekijk laat ik de helft ver achter mij, de andere helft is top 100.

Ik heb méér in mijn mars, maar heb geleerd dat een marathon in de verste verte niet te vergelijken is met een halve marathon, en dat je je volledige potentieel realiseert als je je race perfect indeelt. Enkel naar jezelf kijken geeft je de best mogelijke uitslag, het is niet zoals een cyclo waarbij je van in het begin met de besten moet meezijn als je een mooie uitslag wil rijden. Bij mij betekent dat voor de volgende marathon dus: starten aan 4:00, en NIET SNELLER!!! (tenzij ik natuurlijk nog enorm vooruitgang boek op training;-))

Op dat vlak deed Delphine veel beter. Halve marathon op 1:54:34, uiteindelijke reële eindtijd 3:56:36. Nogmaals dikke chapeau voor deze fantastische prestatie, ik kan er veel van leren!!!

Dag erna natuurlijk de verplichte fotoshoot in de stad;-)















zaterdag 7 januari 2012

Loopseizoen 2011: retrospective!

Op algemeen verzoek, en enkele maanden na mijn laatste berichtje hier, opnieuw een teken van leven op de "Road to the Cent Cols Challenge".

Op die fantastische reis was het al duidelijk: na New York zou alles op een winterseizoen lopen gezet worden, met maar 1 doel: De Marathon van Sevilla. Uitlopen.

Eerste wapenfeit was op 23 oktober in Eke: de Omega Pharma halve marathon. Pieter G, Tim, Roel en Cyriel tekenden ook present, en aangezien Cyriel in de laatste weken voor zijn marathon van Porto zat had ik mezelf tot doel gesteld om zo lang mogelijk bij hem te blijven. Roel ging tempo maken voor hem. Cyriel kloeg wat over vermoeidheid na enkele zware trainingsweken, maar daar was niet veel van te merken. Zowel Roel als Cyriel zetten van bij de start een knap tempo neer, waarbij we groepje na groepje opraapten. Rond het tien kilometer punt schudde Cyriel fors aan de boom. Ons groepje van 4 man sterk liep achter elkaar en niet meer mooi twee aan twee, en ik bedacht me dat ik gelukkig niet sneller gelopen had in het begin, want dit was alle hens aan dek om erbij te blijven. Roel moest wat later jammergenoeg een verplichte sanitaire stop inlassen (en finishte toch nog rond de 1u30!), en aan het 15 kilometer punt stond er ons opnieuw een strook met forse tegenwind te wachten. Cyriel gaf aan dat het beste er voor hem afwas, en ik wou wel eens met mijn kop tegen de muur lopen en versnelde. Het deed pijn, maar ik slaagde er toch in het tempo vast te houden en finishte als 48e in 1:23:11. Mijn tweede loopuitslag ooit, 5 jaar na mijn eerste en tot dan toe enige halve marathon, die van Parijs (1:29:48).

Toen gebeurde het een eerste keer...de eindtijd-calculator van runnersworld... huidige halve marathontijd, en ... 2:53:26 als mogelijke eindtijd op de marathon. Op dat moment lachte ik dit weg, en was mijn doeltijd nog steeds 3:15, vooral omdat ik voelde hoe veeleisend lopen is voor de spieren en pezen in vergelijking met fietsen.

11 november was de tweede halve marathon: van Deinze naar Aalter, samen met Delphine. Nu ja, ze liep ook mee, maar we liepen elk ons eigen tempo. Van bij de start rukte ik op, en kwam uiteindelijk in het spoor terecht van Ilse Geldhof en haar haas (http://kurt-thomas-jurgens.skynetblogs.be/). Een geschenk voor mij, aangezien ik net zoals in Eke het spoor kon volgen van ervaren lopers, met de quasi zekerheid dat als ik dit kon volhouden een mooie eindtijd kon neerzetten. De laatste 5 kilometer (onze groep was intussen stelselmatig uitgedund onder het hoge tempo van Kurt van 15 tot enkel nog ons drieën) waren érg zwaar, en in de laatste kilometer moest ik Ilse en Kurt laten gaan, maar het resultaat was boven alle verwachtingen: 1:21:43, goed voor een 17e plaats. Delphine finishte hier ook erg knap in 1:57!



Daarna alweer hetzelfde liedje... Opgefokt en dromering de calculator bovenhalen, tijd ingeven, lezen, en wegdromen...2:50:22 als haalbare marathontijd!

26 november dan, tien mijl in Lier. Doel: onder het uur finishen. Opnieuw geluk: bijna heel de wedstrijd in het spoor kunnen lopen van een dame die het parcoursrecord bij de dames aanviel! Afzien, natuurlijk, maar opnieuw érg tevreden met uitslag en tijd: 59:56, goed voor een 11e plaats! Calculator: 2:46:33...

17 december, opnieuw in Lier, dit keer voor een 10K wedstrijd, met als ambitieus doel: de overwinning! Dat doel moest ik al na enkele honderden meters uit mijn hoofd zetten: vlak na de start was ik met de eersten mee, het tempo stokte zowaar wat, en het flitste zowaar door mijn hoofd om een aanval op te zetten. Maar de latere winnaar was me voor en snelde ervandoor. Niemand kon volgen, en ik handhaafde me op de derde plaats van het uiteengespatte groepje. Naarmate de wedstrijd vorderde liep ik vierde, vijfde, zesde, en uiteindelijk eindigde ik 7e, in een tijd van 36:57 op 10K (eigenlijke wedstrijd was 700 meter langer).

Een weekje later, op 23 december, was Delphine zo vriendelijk om voor mij te supporteren in Lembeke, op de kerstloop. Daar was er een gezamelijke start voor zowel de 2.4, de 4.8 en de 9.6 kilometer. Ik moest een groepje van 5 laten gaan, waarbij de latere winnaar van de 9.6 kilometer. Ik liep een goede wedstrijd, en finishte in 35:35 (9.75km) als 2e! de derde was nooit een bedreiging voor mij, net zoals ik geen bedreiging was voor de winnaar.

Ondanks deze onverhoopte resultaten werd het stilaan tijd om me specifieker op de marathon voor te bereiden. Die calculator op runnersworld is wel leuk, maar ik had op de lange duurlopen op training al gevoeld dat er inderdaad zoiets is als het "30K-punt", vanwaar het échte afzien begint. Ik heb nog nooit verder gelopen dan die afstand, en voor mij is er dan ook eerder sprake van een 25 kilometer punt, vanwaar alle frisheid uit de benen verdwenen lijkt, en het steeds moeilijker wordt om mijn voeten op te heffen voor de volgende stap.

Een goede test voor hoe het gesteld was met ons afstandslopen kwam op 26 december: Kangoeroeloop in Vught, 26.1 kilometer! Van bij de start op kop met eerste 8, euforie, testosteron, adrenaline, héérlijk! Halve marathon-doorkomst na 1:23:39. Vanaf dan ging het bergaf, moest ik mijn tweede plaats inruilen voor een derde en uiteindelijk een vierde, bij mannen die duidelijk véél beter ingedeeld hadden dan mij. Ook Delphine heeft een lastige wedstrijd beleefd, en haar lichaam bleef ook daarna nog de naweeën ondervinden van het omschakelen van een leven van basketbal naar dat van een marathonloopster. Toch finishte ze als vierde vrouw, een zéér knappe prestatie!




Intussen is mijn doel op de marathon van Sevilla duidelijk. Mijn eerste marathon eindigen in minder dan 3uur. 4minuten 15 seconden per kilometer, iets langer dan 42 kilometer. Ik heb er een persoonlijk doel van gemaakt. Afgelopen woensdag heb ik (alleen) 30 kilometer gelopen, aan gemiddeld 4:35. En daar was het weer, na zo'n 25 kilometer. Het gevoel van "Ai"...langzaam leeglopen... En ook op het einde: het tempo niet meer kunnen vasthouden...


Dan besef je dat zo'n calculator niets waard is. Dat een marathonlopen keihard is, dat je je tijd pas op zak hebt bij het overschrijden van de finish. Niet na tien kilometer, niet na 20, niet na 30, maar na 42 169 meter. En dat ik op 19 februari naast de bagage van het vele trainen, ook zal moeten kunnen rekenen op een goede dag, adrenaline van de wedstrijd, aanmoedigingen van wildvreemden en misschien vrienden, maar bovenal mijn eigen keikop.



Morgen, ondanks een lichte blessure, probeer ik opnieuw 30kilometer weg te malen, rustig en zonder tempoverplichting dit keer. "Simulate the fatigue on training, and learn to run through it", zoals ik ergens gelezen heb...

Als afsluiter van dit verslagje ook een bedankje aan alle mensen die me tot hiertoe hebben bijgestaan met hun eigen ervaringen uit het verleden (Kurt,Cyriel, Yves, Roel), iedereen die me tips gaf, en natuurlijk Roel, Tim, Delphine, Cyriel,... om de vele trainingskilometer wat makkelijker en dikwijls zowaar érg aangenaam te maken, simpelweg door erbij te zijn! Thanks guys!















vrijdag 23 september 2011

Properly closing CCC


In English, so that the friends I’ve made in the past ten days can read it as well:-)

What a journey it has been…104 cols in 10 days of cycling in the Pyrenees. It would have been 106, if it wasn’t for the Tourmalet being canceled (no regrets at all given the circumstances), and me not going up Pla d’Adet anymore on that same day.
After this unforgettable trip, I feel I should properly thank a number of people who have made this trip to what it was. First of all of course race organizer Philip Deeker. An extraordinary cyclist, strong, that knows his routes by heart. His drive and motivation is legendary, and he is the one making it all happen. I’m happy to believe him if he says that some people of the CCC Pyrenees group 1 (I was in group 2, that started ten days after the first) declared official hatred towards him on some of the climbs, but to be honest, although at times it surely was a bit over the top, I never once felt like this. On the contrary, I could only feel this enormous gratitude towards him and his wife Claire (who signposted the entire route!), for making sure all we had to care about was riding our bikes and enjoying the beautiful scenery. I have to admit, I would never ride up 4-5-6 cols in one day on my own, but in such a group, with arrows showing you where to go and people around you that love cycling just as much as I do, you just go for it, col after col, no matter how hard and long it may be.


Next, much respect for both the strongest and the less faster riders. Jen, Kelvin & Scott (thanks again for the Jack Daniels buff!) never lost their motivation, although I believe on average they spend around 2 hours more in the saddle per day then I did, I therefore honestly consider their performance bigger than mine. Talking of performance, I have never seen riders ride up cols the way Mike & Tim did. As I said during the trip as well, these two were really “Hors catégorie”, in a league of their own! Lenny for me personally was untouchable as well, although I did manage to only finish 1 second behind him on the Burdinolatze, a beautiful climb in the mist in Basque Country.


What I consider to be the “core-peloton” also deserves a special mention here: “Patron” David, Jonathan, Dave & Dan (Team Pill, of which my membership application is pending) & Stuart. All very strong riders, that stayed together most of the trip and often caught up with me after an early “breakaway”, or that happily took me along when I had rough moments. It has been a pleasure guys!

Bob (lives in Sienna Italy, always wearing a very nice Italian kit but suffered from a bad achilles) ,“Doctor” Dave (this year’s oldest participant if I’m not mistaken) and Chris (experienced Audax rider) often left well before dawn to tackle the challenge ahead in their own pace, but once again, this deserves even more respect to my mind. Bob surprised me in the last days, by being able to keep up with the fast group if the climbs were no steeper than 5%. Great performance!

Andy, thanks for fixing my bike whenever something went wrong (and unfortunately my rear wheel did give you a lot of work), and buying the stuff I needed. We couldn’t have wished for a better mechanic/motivator when things got rough. Your hints & tips on what was to come were also always nice to hear!

Doctors Sophie & John, thank you for standing by should anything happen, and Lee & Helen from Claud the Butler, thank you for those wonderful meals, always 100% adapted to our needs! Delicious hot soup on cold days, refreshing yet strengthening salads on hot days,… A cyclist’s engine needs fuel, no matter what, but the meals you prepared where much more than just an escape from the waffles;-). The fact that you always tried to serve us some sort of local specialty was much appreciated as well! And of course the relaxed chat when we were filling yet another plate was a welcome pause in between the col-climbing as well;-).

On a personal note, although Strava might show otherwise, I consider myself to have finished fourth. I think over the past ten days overall, I was the fourth best climber. In the second week, I fought out some fierce battles with Rob (which I all lost, although rarely with a big time difference), but I had clearly distanced him already in the first week. These battles with Rob also gave me a comfortable margin on Paul, who seemed to become my closest competitor in the first week. I have to add that both of these gentlemen are well over 40, and I can only hope that I’ll still be as strong and motivated to race as they are when I’m at that age. In addition, both Rob and Paul did ride up the Pla d’Adet after that horrible stage 6 over the freezing Aubisque, and therefore will finish in front of me in the Strava standings, since they did one climb more than me. I’m very happy with my performance overall, especially since particularly in the first few days, I found it very difficult to still race up cols after already having spent a couple of hours in the saddle. Also, my legs, back and neck hurt like hell in those first days. Strangely enough, that feeling went away as of day 5, but slowly but surely it made place for overall fatigue. On days 9 and ten, racing or just keeping the pace up became very hard, and I hope this can still be improved by training and aging, and events like these;-). But in all honesty, this event was about a whole lot more than racing!
Last but not least, a personal word of gratitude towards roomie Mike. We had some great laughs, put up some hairdryer-constructions that would make many engineers jealous, but most of all, I feel I should thank you for making the trip so easy on the mental front. Watching movies or just sharing cycling & not-cycling related stories & experiences was the ideal way to relax and get ready for the next day. Thank you Mike, you truly are a wonderful person and a phenomenal athlete and I feel privileged I got to know you!


In the good spirit of British Humour (cfr; Dan, who held on to saying “Well done Dave”, when the group of David Evans, David Ward & Doctor Dave arrived on the breaks), let me end this closing blogpost on the CCC Pyrenees by saying that I felt “like a Guinea-fowl in the water” in this group, I often “slept like a rose” and some of the cols made me “sweat like a rapist” (or was that a horse? Or a pig?).

Thanks guys! I’m pretty sure it will take some times before everything is given a proper place in my memory, where it will stay for a very long time!

donderdag 22 september 2011

Stage 10: Prades - Rivesaltes



Col de Jau, Col de Garavel, Col de Camperie, Col d'Aussières, Col de Dona.

Het zit erop! Raar gevoel... Een dezer blog ik zeker nog een epiloogberichtje, nu beperk ik me tot de dag.

Onmiddellijk na het ontbijt stond de eerste getimede klim van de dag op het programma, de 20km lange Col de Jau. Het gevoel dat ik op ben was niet vals: na nog geen 2 kilometer moest ik al uit de rij, terwijl Rob, Mike, Tim, Paul (die helemaal herboren lijkt!), Johnny & Robert nog vlot doorgingen. Ik voelde gewoon dat ik véél tijd aangesmeerd ging krijgen. Het ging gewoon voor geen meter meer. Nu ja, mijn vierde plek was niet echt in gevaar, maar toch, you never know...

Op de tweede getimede klim van de dag (Col d'Aussieres, 14km, eerste 4 aan 2 à 3%) nam ik me voor om Paul zeker niet te laten rijden in de eerste 4 kilometer, omdat ik niet precies wist hoeveel marge ik in het klassement op hem had (normaalgezien wel voldoende, maar je weet nooit). Tim & Mike snelden ervandoor, en Paul legde me ook enorm het vuur aan de schenen. Robert & Johnny waren door een lekke band niet mee. Ik beet me vast in Paul's wiel, en toen we halverwege de klim waren gaf hij de aanvalspogingen op. We werden nog opgeraapt door een achtervolgend groepje, en een kort sprintje was voldoende om als derde boven te komen op de col en definitief mijn vierde plaats veilig te stellen in deze honderd cols challenge.

Na de middag rolden we in groep binnen, al legde Phil er nog serieus de pees op. Finishen in het hotel waar we vertrokken waren was fantastisch, een rare mix van voldoening, ontroering, blijdschap en vriendschap...Wat een reis is het geweest.... Dit zal even tijd nodig hebben om te bezinken!

Hieronder nog enkele foto's van vandaag:


Intussen hebben Mike en ik ons gespecialiseerd in het automatisch laten werken van de haardroger in de hotels, om onze koerskleren droog te krijgen tegen de ochtend erna;-)



Hieronder foto's van de lunch, en van mijn geliefde rugnummer 2;-)





En ééntje van de aankomst:



Bedankt aan iedereen voor de aanmoedigingen en het volgen van deze blog!


woensdag 21 september 2011

Stage 9: Saillagousse - Prades

Profiel van de dag: Coll de Toses (Spanje), Col d'Ares (pal op de grens Spanje - Frankrijk, middagstop), Col Xatard en als afsluiter Cal Palomère.



-->Garminfile lijkt corrupt, geen kaartgegevens:-(
--> en haja, door die html settings ofzo slaagde ik er niet in om allinea's in te voegen, hopelijk waren vorige posts niet te moeilijk om te lezen hierdoor!

Deze ochtend was het ijskoud in Saillagousse. 4 graden, en de eerste 25 kilometer waren bergaf, dus iedereen was in winteroutfit, en dat was zeker geen overbodige luxe! Na die lange afdaling volgde een 25 kilometer lange klim. Phil had gevraagd om wat samen te blijven, maar op de eerste brug die het begin van de klim inluidde moest ik me al reppen om nog mee te zijn met Lennie, Mike, Tim, Phil, Rob & Johnny. Hun tempo lag me echter nét iets te hoog, en ik voelde ook dat het stilaan tijd wordt dat het hier gedaan is, want het beste is er stilaan wel af. Ook die winterkleren hinderden me, maar soit, ik was dus niet mee met de snelsten. Vandaag van alle dagen het minste erg, want geen getimede klimmen!

Ik hield wat in, en werd na een tijdje ingelopen door een goed draaiend pelotonnetje (col was een loper) met Dave, Dan, Stuart, Jonathan, David, Paul & Bob. Eenmaal de top voorbij ging het in vliegende vaart naar de voormiddagstop. Blijkbaar zijn we daar met alle voorgenoemde renners + het Mike-peloton vertrokken zonder Lennie, per ongeluk natuurlijk, maar genoeg om hem knorrig te maken. Soit, we moesten zo'n 30 kilometer klimmen naar de grens Spanje - Frankrijk waar we alweer op een adembenemende locatie zouden lunchen. Op het vlakkere stuk bengelde ik opnieuw maar wat achteraan, maar eenmaal de ietwat steilere pentes eraankwamen, schoof ik mee met Tim, Johnny, Rob, Mike & Stuart. Tim hield het tempo bijna de hele klim contstant, en dat terwijl hij véél sneller kon. Thx Tim! Dankzij hem bleven we met de sterksten samen zonder al te veel krachten te verspillen.

Na de lunch was het opnieuw zo'n 30 kilometer bergaf, en veranderde het landschap compleet: ik waande me in de Provence! Het werd ook enorm warm, bijna niet te geloven dat we vanochtend onze wintertenues aanhadden! We waren opnieuw met een groot peloton, en het ging goed vooruit, tot we aan de col Xatard begonnen. Alles lag uiteen, en ik vond geen ritme meer. Aandringen had niet echt veel zin, en ik rolde rustig de namiddagstop binnen. Toen Lennie aankwam, grapte Rob "Hey, Lennie's here, let's go!" (wat toevallig genoeg ook gebeurde). Ik zei Lennie dat hij goed op Contador leek, waarop hij zuur antwoorde: "Contador has teammates!". Een geschokt "oooooooh" weerklonk uit de kelen van de renners;-). Beetje strubbelingen dus, die er niet beter op werden toen na de namiddagstop TIm & Mike wél wachtten op Lennie, waarna Lennie het nodig vond om ons op de volgende klim ostentatief voorbij te vlammen. Maar na de rit werd alles bijgelegd!

De namiddagstop (let op de heerlijk duidelijke Tour de France/Classictours pijlen die Claire voor ons ophangt s' ochtends vroeg):

Soit, na de namiddagstop dus nog 1 klim, die Dave, David, Jonathan, Johnny, Dan, Stuart en ik samen opreden. Tim, Mike & Lennie snelden ons zoals gezegd voorbij. In de afdaling was het enorm gevaarlijk wegens erg veel versgestrooide kiezels (erg jammer, want de Gorges waar we doorrijden waren adembenemend). Rob en Johnny smeten zich toch naar beneden, Stuart en ik konden aanpikken (al moest ik wel eens een voet uit het pedaal klikken om evenwicht te bewaren in een hoopje gravel). We haalden zowaar Tim, Mike & Lennie bij in de afdaling, en samen reden we naar Prades. Opnieuw zorgde Tim ervoor dat het tempo hoog, maar constant bleef. Ik was helemaal kapot toen we aan het hotel aankwamen, maar het uitzicht bij het opendoen van de rolluiken in de kamer maakte veel goed;-)



Roomie Mike installeerde zich snel en wou deze foto;-)

Wat een fantastische dag alweer... Philip Deeker heeft hier echt prachtige routes uitgetekend, een reis om nooit te vergeten! Morgen de laatste dag, ik weet niet of ik tijd ga hebben om te bloggen, want het belooft een feestelijk laatste avondmaal te worden (mét gratis wijn à volonté, dat wordt dus gevaarlijk gezien de nationaliteit van mijn collega renners;-)).

Bye for now!





dinsdag 20 september 2011

Stage 8: Oust - Saillagousse

Col de latrape, col d'Agnes, port de lers, pas de soulombrie, port de pailheres, col des hares, col de quizane, col de la perche. Een stralende maar koude ochtend in Oust bij het vertrek, maar helblauwe lucht en een mooie dag lag in het verschiet.
De eerste klim was niets speciaals, maar de tweede (col d'Agnès) was getimed en Rob de herboren Schot wou er weer een koers van maken. Hij ging furieus van start, reed me los, maar na enkele kilometers kwam ik terug, maar op een tweede slepende versnelling van hem had ik geen antwoord meer. Hij kwam met lichte voorsprong als eerste boven. Mike smeerde Tim een minuut aan, en zal dus bijna zeker de winnaar worden van deze CCC. De voormiddagstop was aan een prachtig bergmeer tussen de col d'Agnès en de Port de Lers.
De weg naar de lunch liep eerst helemaal tot in het dal, om dan een plateau te beklimmen. Ook de locatie van het middageten was fantastisch!
Na het middageten volgde dan de oh zo gevreesde Port de Pailhères, van de andere kant als op dag 1. Ikzelf moest gaan liggen bij de eerste doortocht, Robert moest enkele kilometers voor de top gaan liggen met krampen, en zowat iedereen is het erover eens dat dit één van de zwaarste momenten van de reis was. Nu was het dus tijd om de andere kant te beklimmen. Zeer tegen mijn gewoonte in zette ik net voor de start van de klim mijn muziek op mijn gsm aan, omdat ik alle aanmoedigingen kon gebruiken om deze col te bedwingen. De laatste 6 kilometer zijn 9% gemiddeld, totale lengte = 18 kilometer. Rob reed opnieuw redelijk snel van me weg, en hoewel het gat nooit écht groot werd kwam hij toch duidelijk afgescheiden als eerste boven. Het was zwaar, maar ik viel nooit echt stil zoals op dag 1. Tim won de sprint van Mike.
Daarna was het beste er bij mij ruimschoots af, en aan de namiddagstop ben ik zelfs eerder vertrokken om wat marge te hebben op de snelle groep: Mike, TIm, Lennie, Johnny & Robert. Zo'n 10 kilometer na die stop raapten ze me op, en nadat ik me nog 1 col in hun wiel had vastgebeten was het full speed op de grote baan naar beneden naar Saillagousse. Nog 2 fietsdagen, morgen meer dan 230 kilometer op het programma, zonder getimede klimmen wel.

maandag 19 september 2011

The skinny Belgian

Elke dag wordt er bij het avondeten een rood Rapha koerspetje uitgereikt aan 1 of meerdere renners die zich op één of andere manier laten opmerken. Bijvoorbeeld om ondanks lichamelijke ongemakken door te bijten, voor zonsopgang te vertrekken, enorm verkeerd te rijden,...
Vanavond ging het petje zowaar naar mij, voor het trotseren van de kou! Blijkbaar is het in de groep toch niet onopgemerkt voorbijgegaan dat het op het randje was... Bedankt!